De squashcompetitie: goed voor wedstrijdritme en ervaring

 

De Nederlandse squashcompetitie

gaat van start. Met Laurens Jan

Anjema en Sebastiaan Weenink heeft

HSRC De Diepput uit Benoordenhout

twee Nederlandse topspelers in huis.

Door Eppo Ford

 

 

“Ik verheug me om weer competitie in

Nederland te spelen. Ik heb een sterk

clubgevoel bij het spelen voor de Haagsche.

Het is leuk om in eigen land te

spelen voor mensen die ik ken en die

me al jaren steunen”, vertelt Anjema

vanuit Chicago. “Ik denk dat het als

club belangrijk is om competitief mee

te doen in de Eredivisie. Op zo’n

woensdagavond komen toch een heleboel

leden bij elkaar om het team aan

te moedigen, en zo creëer je een clubgevoel.

Je geeft de leden en junioren de

mogelijkheid naar topsquash te kijken.

En als we het goed doen, maak je

landelijk naam. Dat is natuurlijk ook

aantrekkelijk”. Voor de nummer dertien

van de wereld hebben internationale

toernooien prioriteit. De beste

squasher van Nederland streeft al enkele

jaren naar een top tien positie.

Toch stelt hij de Nederlandse competitie

op prijs. De tegenstand is sterk; veel

buitenlandse toppers nemen deel. Anjema:

“De competitiewedstrijden

houden mij scherp tussen de internationale

toernooien door. En het lijkt

me mooi om net als vorig jaar een aantal

scalps uit de top acht van de wereldranglijst

op mijn naam te hebben. Het

begint vaak met een overwinning in

een competitiewedstrijd voordat je ze

verslaat in een Professional Squash Association

toernooi”.

Zijn teamgenoot Sebastiaan Weenink

staat lager op de wereldranglijst. Vanuit

positie 237 wil hij een opmars maken

naar de top honderd. Eerder dit

jaar rondde hij zijn grafische opleiding

aan de Willem de Kooning academie

af. Daarna richtte hij zich full-time op

squash. Weenink: “Ik heb mega veel

zin in de competitie. Je krijgt ritme in

het spelen van wedstrijden. En de andere

teams hebben buitenlandse topspelers”.

Sinds hij zich full-time op

squash richt, heeft hij vooral fysiek

progressie geboekt, vertelt hij. Twee

jaar geleden schoot tijdens het spelen

zijn knieschijf los, waardoor het herstellen

van het vertrouwen in zijn lichaam

belangrijk is. “Door de competitie

krijg ik meer wedstrijdervaring.

Zeker als ik op 1 speel”.

Landstitel

Vorig jaar werd HSRC de Diepput nipt

tweede. Weenink denkt dat de kans

om de landstitel te winnen dit jaar groter

is. “Laurens Jan Anjema wordt

steeds beter. Als het goed is, word ik

ook beter. En met de Duitser Raphael

Kandra [233 op wereldranglijst-red],

de Australiër Neeraj Aggerwal (252) en

mijn huisgenoot Martijn Kock hebben

we een sterk team”. Weenink: “Per

wedstrijd stel je drie spelers op. Maar

Anjema zal niet alles spelen”.

De aanwezigheid van Anjema werkt

inspirerend voor Weenink. “Als hij in

Nederland is, probeer ik zoveel mogelijk

met hem te spelen. Hij is zo ver in

zijn carrière. Je kan tegen hem opkijken;

hij heeft het allemaal al meegemaakt.

Hij squasht vanaf zijn achttiende

professioneel. Ik stel hem vragen,

en hij geeft antwoord. Daar leer ik

van”. Zoals Weenink aangeeft, speelt

Anjema niet alle wedstrijden. Anjema:

“Het internationale circus is net weer

begonnen, en dat houdt niet op tot

april. Dus het wordt druk”. Als hij meespeelt,

zal hij er alles aan doen om te

winnen: “Ik zet mij honderd procent

in voor elke wedstrijd”. Hij waagt zich

niet aan een voorspelling of zijn team

uiteindelijk de landstitel verovert. “Ik

houd me niet zo bezig met wie de favoriet

is. Vorig jaar zijn we tweede geworden

met een bijna geheel Nederlands

team en waren we heel close in

de finale. Zeker met het puntensysteem

dat de Squash Bond Nederland

nu hanteert, waarbij elke speler een

bepaald aantal punten waard is en er

een maximaal aantal punten voor elk

team geldt, is er niet sprake van een torenhoge

favoriet. Het maakt de competitie

spannend”. HSRC De Diepput

begint woensdag 6 oktober (19.30 uur)

avond de competitie met een uitduel

tegen KEAN Flevoparq Dronten.

 

 

 

Copyright Den Haag Centraal (www.denhaagcentraal.net)

Tekst: Eppo Ford Freelance Communicatie' (http://www.freelance-communicatie.nl)